Vakantie-belevenissen Zwitserland 2004 (Deel 2)
Door: Geert de Kinkelder
|
Zondag 6 juni werd de dag voor de overtocht van Chur naar St.Niklaus aan de Zermatt-Bahn. Weldra geen
Autobahn meer, maar een allengs stijgende tweebaansweg, vaak door allerlei plaatsjes heen. Eerste
tussenstop werd Disentis, waar de oude F.O.-eloc 33 kon worden bewonderd en opgenomen, en vervolgens
naar het station Oberalp-Pass, waar dezelfde loc met trein omrangeerde en een trek-duwtrein van de
F.O. / M.G.B. met bagage-motorwagen en de Glacier-Express passeerden. Voort, uiteindelijk met een fraaie
serpentine-afdaling (die met de trein is nog veel spectaculairder!), naar Andermatt en even een afsteker
via de kloof met de aloude Duivelsbrug op en neer naar Göschenen, waarheen de trein op dat moment wegens
groot onderhoud van de lijn voor enige tijd niet reed. Vervolgens via Realp langs het beginpunt van de
Dampfbahn Furka Bergstrecke de Furka-pasroute op die ons op grote hoogte nu echt flink tussen de sneeuw
bracht met rondom wel heel indrukwekkende vergezichten en in de diepte het nog gaande uitgraven van het
DFB-traject naar Gletsch liet zien. Gelukkig maar dat we geen gebruik moesten maken van de autotrein via
de Furka-basistunnel! Verder over de langs de spoorlijn slingerende weg naar Brig – Visp, even over weer
iets van een Autobahn, en dan weer de smalle wegen op langs de hellingen aan weerskanten van de dalen
richting Zermatt met nu weer de B.V.Z / M.G.B.-spoorlijn langszij. Hotel Edelweiss in St.Niklaus werd
laat in de middag bereikt, waar voor Geert als los persoon een (leuk en juist voldoende ruim) kamertje
bleek te zijn gereserveerd dat het midden hield tussen een sauna-cabine en een scheepsroefje, de
aanpalende toilet- en badruimte was haast even groot! Het station ter plaatse bleek in plaats van een
afdaling juist een ferme maar zeer wel te doene klim omhoog te vergen, welke we dus meteen in de
voorziene dagelijkse reis- en tijdschema’s incalculeerden. Dit soort spoordiensten gaat wel met de
kippen op stok, dat bepaalde dus ook wel de dagelijkse tijdsplanning!
Maandag 7 juni reden we met de BVZ-Bahn naar Zermatt, een auto-vrij toeristenoord. Vanaf een gigantisch
parkeerterrein één station eerder (Täsch) rijden er speciale pendeltreinen voor de mensen die met de
auto komen (twee nieuwe pendelstellen nummers 2051 – 2052 werden gezien), terwijl ook de toelevering van
(consumptie) goederen volledig per spoor geschiedt ; dat is ook in station Visp al goed te zien op het
BVZ-goederenemplacement.
De spoorlijn slingert telkens van de ene naar de andere zijde in het soms heel nauwe dal en kent een
aantal trajectgedeelten met tandradstaaf. Er rijden moderne elocs en bagage-motorwagens zoals bij de
F.O. (beide maatschappijen zijn nu ook samen opgegaan in de Matterhorn-Gotthard-Bahn, M.G.B.). Het
landschap oogt soms behoorlijk ruig en dat maakt de treinrit telkens weer boeiend. Zermatt is eigenlijk
één lange flaneerstraat met horeca en heel veel winkels. Renald en voor
|
|
Tonnie waren dus weer niet te houden en Geert ondernam even zijn eigen kleine bedevaart richting
(blik op) de Matterhorn en een kijkje op het buiten-emplacement van het station.
Vanwege de vele lawines is het station grotendeels eigenlijk een quasi-ondergrondse bunker. Het hele
Zermattbahn-dal is een geologisch tamelijk onstabiel gebied met veel lawines (Hans en Geert zagen in
maart 1999 vanuit de trein een grote hoop ongeregeld waarmee zo’n lawine gewoonlijk eindigt en waaruit
ook nog enigszins herkenbaar een brugdeel stak; een noodbrug uit de ergens in Zwitserland op afroep
bestelbare depot-voorraad was alweer gelegd). Er zijn intussen heel wat tunnels en galerijen aangelegd
om deze vitale transportlijn zo veel mogelijk te beschermen. In 1993 is er een berg onderweg half
ingestort en werden behalve vakantiehuisjes ook de autoweg en spoorbaan bedolven ; Zermatt raakte even
compleet geďsoleerd en was alleen nog per
|
|
|